Dirk Bins schreef het volgende email bericht naar alle leden:

Vrienden,

Ook dit jaar staat de poffertjeskraam op het Rode Torenplein, tussen het 
Maagjesbolwerk en het Hopmanshuis, en tegenover het Stadshotel. Ik zal 
daar op Donderdag 15 Augustus om 12:30 zijn om mijn adhaesie te betuigen 
aan een idee van Gerard Houben, een van de Founding Fathers van Probus-1 
Zwolle.

Voor wie nadere uitleg wenst: Omstreeks 1935 was in de wetenschappelijke 
afdeling van het toenmalige Ministerie van Oorlog een aantal chemici 
(waaronder een oom van mij) bezig met een onderzoek naar Duitse 
gifgassen. Geen opwekkend onderwerp en de heren gingen daarom van tijd 
tot tijd troost zoeken in de poffertjeskraam op het Malieveld. Daar werd 
toen, onder andere naar aanleiding van klachten van de directie over de 
slecht lopende poffertjesbranche, de Vereeniging tot Behoud van het 
Nederlandsche Poffertje opgericht. Het uitbreken van de oorlog betekende 
dat de Vereeniging ontbonden werd en dat de leden een goed heenkomen 
moesten zoeken.

Na de oorlog had het Ministerie van Defensie eveneens een 
wetenschappelijke afdeling waar eerdergenoemde oom en zijn collega 
Gerard Houben (onze Gerard Houben!) onderzoek deden naar Russische 
gifgassen en chemische wapens. Zoals voorheen werd troost gezocht bij de 
poffertjeskraam op het Malieveld. De oprichting van de Vrienden van het 
Nederlandse Poffertje stamde uit die tijd. Toen het Ministerie besloot 
het wetenschappelijk onderzoek, plus de onderzoekers, over te dragen aan 
de Rijks Verdedigings Organisatie (RVO) binnen het TNO in Rijswijk, kwam 
er een einde aan die troostrijke bezoeken aan het Malieveld. Vanuit 
Rijswijk werden andere poffertjes etablissementen in de regio opgezocht.

Een van die bezoeken, rond 1965, gold een somber afscheidsbezoek aan de 
Poffertjeswinkel in de Haarlemmerstraat te Leiden die zich gedwongen zag 
haar deuren te sluiten.

Na de pensionering van mijn oom en het vertrek van Gerard Houben taande 
het enthousiasme en eindigden de activiteiten van de Vrienden. Echter, 
met Gerard Houben ben ik van mening dat het Nederlandse Poffertje royale 
steun en actieve waardering verdient en voor uitsterven behoed dient te 
worden. Vandaar mijn gang naar het Rode Torenplein komende Donderdag.

Ik zou zelfs nog verder willen gaan. Ierland heeft zijn Irish stew, 
Schotland heeft zijn haggis, Duitsland zijn sauerkraut en Frankrijk heet 
246 verschillende soorten kaas. Zou Nederland dan niet zijn Poffertje 
mogen hebben? Ik stel mij voor 50.000 handtekeningen te verzamelen en 
een petitie bij de UNESCO in te dienen om het Nederlandse poffertje te 
verheffen tot Culinair Werelderfgoed.

Tot ziens op het Rode Torenplein.

Groeten,

Dirk